Tijdens een feestelijke bijeenkomst op dinsdagmiddag 27 augustus is Landgoed Tongelaar uitgeroepen tot het nieuwste Icoonlandschap van Nederland. Na Noorbeek, de Hoge Berg op Texel, het Aaltense Goor, Staverden & Leuvenum en de Sint-Jansberg, is Tongelaar het zesde gebied met dit predicaat.
(Ondertiteling beschikbaar.)
De titel Icoonlandschap wordt toegekend door de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap (VNC), in samenspraak met lokale partijen die betrokken zijn bij het behoud en de ontwikkeling van het gebied. De onthulling vond plaats op Kasteel Tongelaar, en was georganiseerd door de VNC in samenwerking met Brabants Landschap.
Wat is een Icoonlandschap?
Icoonlandschappen zijn gebieden met een bijzondere landschappelijke schoonheid en gaafheid. Deze unieke stukjes cultuurlandschap laten door hun rijke cultuurhistorie zien hoe de geschiedenis van het Nederlandse landschap levend gehouden kan worden. Verschillende partijen zetten zich ervoor in deze gebieden niet alleen te behouden maar ook verder te ontwikkelen. Bovendien zijn Icoonlandschappen ecologisch waardevol omdat er tal van bijzondere planten- en dierensoorten voorkomen.
De Vereniging Nederlands Cultuurlandschap, die de lat hoog legt bij de keuze voor de Icoonlandschappen, laat door de aanwijzing zien dat er in Nederland nog bijzonder gave landschappen bestaan, die meer waardering en bescherming verdienen om voor de toekomst bewaard te blijven. Tevens kan het predicaat beschouwd worden als een blijk van waardering voor de mensen die bij het gebied betrokken zijn. Er is geen geldprijs of andere consequentie aan de benoeming verbonden.
Over Landgoed Tongelaar
Geschiedenis
Een eeuwigheid geleden werden op de grens van Limburg, Noord-Brabant en Gelderland huizenhoge ijsmassa’s naar het zuiden opgestuwd, waardoor ook de Maas, Waal en Rijn gedwongen werden zuidwaarts uit te wijken. Al die waterkracht zorgde voor afkalving en instorting, waardoor de waterstromen telkens hun eigen loop blokkeerden en opnieuw een uitweg moesten vinden.
Zo ontstond een uitgestrekt vlechtsysteem van wild meanderende kreken, stroompjes met grindbanken en telkens afkalvende oevers. Het hele gebied, dat later de Beerse Overlaat zou gaan heten, was tot aan Oss en het noorden van Nijmegen ooit het land van duizenden kreken.
Na de voorlaatste ijstijd braken de rivieren door de heuvels die door het ijs waren opgestuwd heen, en bleef de Maas alleen achter. Die vond weer vaste bedding en sneed zich in. Het lage vlakke land werd voortaan doorsneden door stromen als de Hoge en de Lage Raam, de Biestgraaf, Ottersgraaf en de Tochtsloot: rechtgetrokken waterstromen, door mensenhand gegraven.
Het woeste land werd door menselijk ingrijpen omgevormd; zware eikenlanen en bossen, dijken met en zonder bomen, boerderijen op hoge terpen en een heus kasteel, eerst van hout en later van steen met dikke muren.
Het kasteel lag oorspronkelijk op een landtong waar het haar naam aan te danken zou hebben. Er werd een kapel gewijd en een beneficie gesticht ter ere van de heilige Sint Catharina van Alexandrië, die rond 1400 één van de populairste heiligen van de Middeleeuwen was.
Natuur en landschap
Oude moerasbossen en waardevolle eikenbossen zouden destijds het kasteel hebben omringd. Maar reeds vanaf 1400 werd de Beerse Overlaat bewust bij hoog water overstroomd om schade stroomafwaarts zo veel mogelijk te beperken. De eikenbossen en andere obstakels werden geruimd door de voorloper van wat nu een waterschap zou heten. De koning bepaalde toentertijd dat ‘alle bossen, bomen en heggen moesten worden weggehaald’. Op en rond het landgoed werden 17.500 eikenbomen gekapt.
Vanaf die tijd domineerden het kasteel en de op ‘pollen’ gelegen boerderijen de Beerse Overlaat. Landschappelijke beplanting bestond slechts uit bomendijken, ontginningswallen en heggen, met hier en daar een knotboom en overstaande eiken.
Toen in de jaren tachtig de ruilverkaveling het gezicht van het Land van Cuijk vervormde, kwam Tongelaar als enige landgoed ongeschonden uit de strijd en werd zelfs pleksgewijs iets vergroot, maar grenst over grote lengtes aan een inmiddels kale ‘steppe’.
Van oudsher hoorden wallen en bomendijken bij dit al dan niet opzettelijk overspoelde land. Samen met de robuuste houtwallen vormen ze een lustoord voor nachtegalen, wielewalen, geelgorzen en dassen. De eeuwenoude dassenburchten hebben nog oudere voorgangers in de rivierduinen die altijd veilig waren, zelfs als het hoogste water tegen de randen klotste.
De tomeloze inzet van Brabants Landschap heeft Landgoed Tongelaar met zijn eeuwenoude gelaagdheid, de boerderijen en het kasteel door deze moeilijke periode geleid en verbonden met omliggende landgoederen en natuurgebieden.
De natte percelen met in de beschaduwde randen slanke sleutelbloem en vogelmelk, en midden in de zon orchideeën en koekoeksbloemen, ontwikkelen zich steeds meer tot op blauwgrasland lijkende weides van hoge kwaliteit. Roofvogels en uilen jagen langs bosranden, lanen, houtwallen en hagen op zoek naar prooi. En de ijsvogel en gele kwikstaart volgen trouw de stromen en stroompjes door dit Icoonlandschap, dat Brabant toont op z’n mooist.
Kijk voor meer foto’s en informatie op https://icoonlandschappen.nl/.
Een folder over Tongelaar kunt u hier downloaden.
Het werk van de VNC, waaronder het benoemen van Icoonlandschappen, wordt mede mogelijk gemaakt door een meerjarige bijdrage van de Postcode Loterij.
UPDATE: Vroege Vogels radio heeft aandacht besteed aan de erkenning. Verslaggever Gert Elbertsen ging op pad met VNC-directeur Jaap Dirkmaat en met beheerder Gijs Looijen om erachter te komen wat Tongelaar zo bijzonder maakt. Beluister het fragment hier, vanaf 02:17:05: https://www.bnnvara.nl/vroegevogels/artikelen/caribische-gulden-stikstof-en-alle-overige-onderwerpen